Onder deze titel wordt op maandag 9 december a.s. door mevrouw Ineke Strouken een lezing verzorgd. De lezing is in het ontmoetingscentrum aan de Otterweg 27 te Beek en Donk en start om 20.00 uur. Voor leden is de lezing gratis; niet leden betalen € 2,50.
Waarom kent de gemiddelde Nederlander meer dat vier stamppotten en wordt er in de winter erwtensoep gegeten? Waarom houden Nederlanders van zoute haring en zoute drop, terwijl men in het buitenland daarvan gruwelt? Waarom gaan er op verschillende plaatsen in Brabant op 6 januari driekoningenzangertjes langs de deur? Het heeft allemaal te maken met onze culinaire geschiedenis.
Nu is het normaal dat je het hele jaar genoeg te eten hebt en dat je zelfs in de winter verse groenten kunt kopen. Toch is het nog maar ruim honderdtwintig jaar geleden dat met de uitvinding van het wecken een eind kwam aan de honger. Voor dit tijd waren de mensen de hele zomer in de weer om voldoende voedsel in de winter te hebben. En ook nog voedsel dat lang goed bleef. Het vullen van de kelder was een intensieve taak die op Sint Maarten (11 november) klaar moest zijn. Drogen, roken, pekelen, inkuilen, onder vet of op zuur zetten, konfijten waren conserveringsmethoden die elke vrouw kende.
Onze culinaire geschiedenis heeft alles te maken met wat er aan vlees/vis en groente voor handen was, op welke manier men het goed kon houden en welke methoden men had om het te bereiden. Op een open vuur kook je namelijk heel anders dan op het fornuis dat in de negentiende eeuw zijn intrede deed. Veel van het voedsel dat wij gewoon zijn te eten, heeft een historisch verhaal: onze boterham met kaas, de beschuit met muisjes, friet met mayonaise, een Brabants worstenbroodje, een kopje koffie met een koekje. Al die verhalen ga ik u vertellen in mijn lezing over culinair erfgoed.
Ineke Strouken was 32 jaar directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, later Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Van 1998 tot en met 2011 was ze hoofdredacteur van het tijdschrift Traditie. Ineke Strouken stond aan de basis van het UNESCO Verdrag Immaterieel Erfgoed dat Nederland in 2012 ondertekende. Via boeken, artikelen en radio-uitzendingen vertelt ze over de (historische) achtergronden van onze tradities.